Artikels

Zien zonder bril

De noodzaak om een bril te dragen wordt door heel wat mensen als hinderlijk ervaren. De moderne refractieve chirurgie biedt tal van mogelijkheden om het dragen van een bril overbodig te maken. De meeste optische afwijkingen kunnen dank zij de refractieve chirurgie verholpen worden en dit vaak zonder verlies aan optische kwaliteit van het zicht. Enkel voor het dragen van de leesbril, boven de leeftijd van 45 jaar, veronderstelt dit een aantal compromissen. Via internet kan u, onder andere op deze website, heel wat informatie over refractieve chirurgie terugvinden.

Voor wie liever toch een boekje in handen neemt, heeft Dr Schauwvlieghe een boekje geschreven dat u eenvoudig via deze link kan bestellen.  Het boekje telt 108 pagina’s, telkens met originele schema’s en figuren.  Het is een echte aanrader voor wie over dit onderwerp informatie zoekt en een refractieve oogoperatie overweegt. De auteur heeft getracht om de tekst eenvoudig en verstaanbaar te maken. Moeilijke begrippen of termen worden steeds in verstaanbare taal uitgelegd.

Het boekje telt 14 hoofdstukken:

Anatomie van het oog
Optische afwijkingen
Te verwachten evolutie van de optische afwijkingen in functie van de leeftijd
Randbeschouwingen rondom oogoperaties , met een paragraaf over de ideale optische correctie
Contactlenzen
Krasjes
Correctie door excimerlaser
PRK, LASEK en epi-LASIK
LASIK
Alternatieven voor de bril bij bijziendheid van -10 D en meer
Alternatieven voor de bril bij verziendheid
Alternatieven voor de bril bij astigmatisme
Alternatieven voor de bril bij presbyopie (leesprobleem vanaf 45 jaar)
Wat u zeker moet weten vooraleer een laserbehandeling te ondergaan

Door op het boekje te klikken, kan u het boekje in preview bekijken.
Veel leesgenot!

Wanneer is een oogonderzoek noodzakelijk?

Het ligt voor de hand dat een oogonderzoek noodzakelijk is als er oogklachten zijn. Ook hoofdpijn kan een reden zijn voor een onderzoek. De Nederlander zal hiervoor eerst naar de huisarts moeten en kan enkel na doorverwijzing van zijn huisarts (soms pas na verloop van maanden) bij de oogarts terecht. De Belg kan kiezen en kan ofwel naar de huisarts gaan of meteen naar de oogarts van zijn keuze gaan. De wachttijden, om bij de oogarts terecht te kunnen, lopen de laatste tijd wel wat op, maar is veel korter dan in onze buurlanden. De reden waarom deze wachttijden wat oplopen is enerzijds het gevolg van de evolutie van de oogheelkunde zelf, waarbij de oogarts steeds meer tijd dient vrij te maken voor operaties en de veroudering van de bevolking anderzijds. Voor echt dringende gevallen kan de huisarts, indien nodig, meestal de dag zelf nog wel een afspraak bij de oogarts versieren. De huisarts is sterk beperkt in zijn technische mogelijkheden. De oogarts kan beroep doen op tal van instrumenten. Het belangrijkste instrument is zijn microscoop, de spleetlamp genaamd. Zonder deze spleetlamp is de oogarts zijn naam niet waard.

Als je nu denkt goede ogen te hebben, wanneer is dan een oogonderzoek nodig?
Een eerste oogonderzoek voor de leeftijd van 5 jaar is absoluut noodzakelijk. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of er bij het kind geen lui oog is. Een kind met een normaal oog en een heel zwak oog zal volledig normaal functioneren. Hij of zij is in staat om alles te zien, zelfs hele kleine dingen ver of dichtbij. Hierop kan je dus niet afgaan. Een lui oog moet zo snel mogelijk behandeld worden, bij voorkeur voor de leeftijd van 5 jaar en uiterlijk voor de leeftijd van 7 jaar. Dit oogonderzoek wordt om de 2 jaar in de school uitgevoerd door het CLB. Dit onderzoek is in die zin betrouwbaar, dat je er zeker kan van zijn dat er geen probleem is, als je kind niet met een verwijsbrief naar huis komt. Een verwijsbrief voor de oogarts geeft aan dat er misschien een probleem is.  Het CLB geeft er steeds de voorkeur aan om bij de minste twijfel een kind door te sturen. Een probleem stelt zich wel wanneer kinderen pas op de leeftijd van 6 jaar voor het eerst naar de school komen en aldus ontsnappen aan de noodzakelijke controle van het CLB op jongere leeftijd. De controles van het CLB volstaan verder ruimschoots en dit tijdens de gehele schooltijd.

De eerste noodzakelijke controle op latere leeftijd,  is rond de leeftijd van 40 jaar. Deze controle is niet zozeer nodig om eventueel een eerste leesbril te aan te passen, maar wel om de oogdruk te meten en het netvlies en de oogzenuw te bekijken. Een sluipend glaucoom kan immers reeds op deze leeftijd ontstaan en zal, zonder afdoende behandeling,  geleidelijk aan de oogzenuw onherroepelijk aantasten. Deze controles zullen dan verder om de 3 tot 4 jaar herhaald worden en dat tot het eind van het leven.  De controles die door de arbeidsgeneesheer worden uitgevoerd, veranderen hier niets aan. De bedrijfsarts controleert enkel het zicht en verricht dus de noodzakelijke oogdrukmeting niet. De bedrijfsarts zal de werknemer er enkel op wijzen dat de bril niet meer past. Een slechte bril zal de ogen overigens niet kapot maken, maar zal niet het comfort en het zicht bieden van een goed aangepaste bril. Vanaf de leeftijd van 55 jaar is de opsporing van letseltjes van het centrum van het netvlies een tweede goede reden om dit oogonderzoek om de 3 tot 4 jaar te ondergaan. Mensen met verhoogd risico op maculadegeneratie (familiale voorgeschiedenis, zwaarlijvigheid, blanke ras, roken) wordt aangeraden om vanaf de leeftijd van 55 jaar jaarlijks bij de oogarts langs te gaan.

Correctie van oogafwijkingen

Optische afwijkingen kunnen op meerdere manieren worden gecorrigeerd.  De eerste keus valt steeds op een bril. Alle optische afwijkingen kunnen met een bril worden gecorrigeerd. (Enkel de keratoconus is hierop een uitzondering). Een aantal argumenten pleiten voor het gebruik van een bril: het is eenvoudig, hoeft niet duur te zijn, en laat toe een aantal onvolkomenheden zoals rimpeltjes rond de ogen of een scheefstand van de ogen te camoufleren. Bovendien kan de bril deel uitmaken van uw imago. Een aantal jaar geleden was er, toevallig of niet, net voor de verkiezingen heel wat te doen over de nieuwe bril en het nieuwe montuur van de toenmalige premier van ons land.

Sommigen zijn erin geslaagd om hun bril te verheffen tot een symbool van hun persoonlijkheid. Het meeste extravagante voorbeeld hiervoor is Elton John, voor wie de opvallende bril een handelsmerk was. Dit gold ook voor twee mythische figuren  die tot ieders verbeelding spreken: John Lennon en Mahatma Gandhi. Iedereen weet meteen over wat voor brilletje je spreekt als je verwijst naar een “Lennon-brilletje”. Ook Tia Hellebaut opteert resoluut voor de bril.  Laat duidelijk zijn dat ook de refractieve chirurg daarom nog geen tegenstander is van de bril.

Wie van de bril af wil, kan ook kiezen voor de contactlenzen. Deze zijn er in meerdere vormen hard of zacht, of halfhard of zuurstofpermeabel. sferisch of torisch, gekleurd of niet, al dan niet met gekleurde iris, en zelfs multifocaal. Er bestaan veel soorten contactlenzen. contactlenzen vereisen evenwel een goede hygiëne en dagelijkse handelingen. Wie zijn lenzen beu wordt, is geneigd om deze dagelijkse handelingen te omschrijven als “gepruts”. Lenzen die dag en nacht worden gedragen zijn hoe dan ook af te raden. Door het permanent dragen van lenzen, wordt het oog zeer ongevoelig. Een normaal oog is zeer gevoelig voor kleine kwetsuren of voor een klein vreemd voorwerp op het oog. Eigenlijk is dit een soort alarmsysteem. Deze gevoeligheid gaat grotendeels verloren als men contactlenzen dag en nacht, dag in dag uit, draagt. Hierdoor wordt dit alarmsysteem uitgeschakeld en kunnen zich kwetsuren en zelfs infecties voordoen die zeer verregaande en onherroepelijke gevolgen kunnen hebben. De permanente contactlens, die dus dag en nacht wordt gedragen, is nagenoeg de enige optische correctie die tot blindheid kan leiden. Dit gevaar geldt niet voor de contactlenzen die voor het slapengaan worden uitgenomen.

Naast de bril of de contactlenzen, kan je ook bij de refractieve chirurgie terecht voor bijvoorbeeld een excimerlaserbehandeling.  Deze behandelingen kunnen heel veel optische afwijkingen corrigeren. De gezichtsscherpte die kan bekomen worden met deze operatietechnieken is vergelijkbaar en soms beter dan met de bril, vergelijkbaar met de harde contactlens en de zachte lens, en bij astigmaten die torische lenzen dragen beter dan met zachte lenzen. Het grootste nadeel van deze behandeling is de moeilijkheid om in te spelen op de kleine veranderingen die in de loop van de jaren kunnen optreden. Niemand zal vragen om een bril voor te schrijven die past voor de rest van het leven, maar toch verlangt de laserpatiënt, dat de uitgevoerde correctie een perfect zicht zou bieden voor de rest van zijn dagen, wat geen realistische verwachting is. Toch is het zo dat, als deze behandelingen niet op een te jonge leeftijd wordt uitgevoerd, de resultaten van de behandeling op lange termijn (de eerste laserbehandelingen die door Dr Schauwvlieghe uitvoerde, dateren van 1996) stabiel gebleken zijn en dat de intrinsieke veranderingen van de ogen, met uitzondering van het leesprobleem dat optreedt vanaf de leeftijd van 45 jaar, beperkt zijn in grootte en dit tot op hoge leeftijd. Boven de leeftijd van 65, vaak 70  jaar kunnen wel grotere veranderingen optreden, wat een begin van cataract verraadt en wat zal leiden tot een cataractoperatie. In dat opzicht moet aangedrongen worden op het bewaren van de meetresultaten van hoornvlies en bril ten einde een behoorlijke lensberekening te kunnen uitvoeren als er op bejaarde leeftijd cataract optreedt. Ook bij het opmeten van de oogdruk moet rekening gehouden worden met de door de laseroperatie verminderde dikte van het hoornvlies.

Meerdere soorten laserbehandelingen in de oogheelkunde

Er heerst nogal wat spraakverwarring over de term “laserbehandeling”. Strikt genomen is een laserbehandeling een behandeling die met behulp van een laser wordt uitgevoerd. Ook de term “ooglaseren” biedt geen soelaas. In de oogheelkunde worden meerdere lasers gebruikt voor totaal verschillende doeleinden. De laser heeft trouwens al  in de jaren 70 in de oogheelkunde zijn intrede in de geneeskunde gemaakt. Deze eerste toepassingen hadden niets te maken met refractieve chirurgie (heelkunde die als doel heeft het dragen van een bril te elimineren of tot een minimum te beperken), maar werden gebruikt voor de behandeling van het netvlies bij suikerziekte en vaatafwijkingen. Deze eerste lasers hebben er toe bijgedragen dat suikerziekte, als oorzaak van blindheid, in zeer belangrijke mate werd teruggedrongen.

De oogarts voert laserbehandelingen uit voor netvliesafwijkingen, zoals suikerletsels op het netvlies, verstoppingen van bloedvaten van het netvlies, netvliesscheurtjes en bepaalde aandoeningen van het netvlies. Ook voor open hoek glaucoom kan deze laser worden gebruikt. De laser die hiervoor wordt gebruikt was vroeger de  Argon-laser, maar deze is nu vervangen door de frequency doubled YAG-laser.

Met behulp van de Q-switched YAG laser, wat dus een ander toestel is, kunnen openingen gemaakt worden in vliesjes, zoals in het regenboogvlies (iridectomie) bij gesloten hoek glaucoom, of in het kapseltje waar een lensinplant  in werd gezet bij de cataract operatie (bij nastaar). Met een variante van deze laser kan ook glaucoom worden behandeld (SLT). Deze laser werd in de jaren 80 met veel poeha in de pers onthaald onder de titel “een mes van licht” Deze laser was deze term echter niet waard.

De CO2 laser, die later kwam, maakte de term “mes van licht” daarentegen wel waar. Deze laser laat effectief toe om bloedloos te snijden. Sommige oogartsen gebruiken deze laser voor ingrepen op de traanwegen of op de oogleden. Deze laser kan ook gebruikt worden voor “resurfacing” waarbij het oppervlakkig deel van de gelaatshuid behandeld wordt om kleine rimpeltjes weg te werken en de huid er jonger te laten uitzien. Deze laser wordt voor deze toepassing meer gebruikt door huidartsen of door plastisch chirurgen en vereist voldoende ervaring in dit domein. Deze ervaring is noodzakelijk om te diepe behandelingen te vermijden en verbrandingen van de huid te voorkomen.

Als men spreekt over ooglaseren of laserbehandeling van de ogen , dan bedoelt men vaak de excimerlaserbehandelingen die uitgevoerd worden om de optische eigenschappen van het oog en meer in het bijzonder van het hoornvlies te veranderen. Het was de Indiër Srinivasan die vertrouwd was met het wegwerken van plastieklaagjes van computerchips met deze laser, die op het idee kwam om de eigenschappen van de laser op het oog toe te passen. De eerste excimerlaserbehandeling werd in 1983 uitgevoerd op een koeienoog  door S Trokel  en S. Srinivasan en door Prof T. Seiler in 1985 voor het eerst op een (blind) mensenoog. Het was de start van een nieuw tijdperk in de refractieve chirurgie. Met de introductie van de excimerlaser, deed een toestel, met een tot dan ongeziene nauwkeurigheid,  zijn intrede in de oogheelkunde.

Als laatste heeft de femtosecondelaser zijn intrede gedaan, met toepassingen die voorlopig enkel betrekking hebben op de refractieve chirurgie, maar die in de komende jaren ook belangrijke  toepassingen zal krijgen bij hoornvliestransplantaties en waarschijnlijk ook in de cataractchirurgie.

De spraakverwarring, die het gevolg is van de toepassing al die verschillende lasers, kan soms tot misverstanden leiden. Het is evident dat het bijslijpen van het hoornvlies met de excimerlaser om van de bril of van de contactlenzen verlost te zijn, strikt genomen geen noodzakelijke behandelingen zijn. Toch zijn dit helemaal geen esthetische ingrepen, maar functionele ingrepen. Deze ingrepen vallen niet onder de terugbetalingsregeling van het RIZIV. De meeste mutualiteiten hebben ondertussen zelf het initiatief genomen om in een minimale tussenkomst te voorzien (75 of 100 € per oog). Dit houdt voor de refractieve chirurg een erkenning van de betrouwbaarheid van dit soort operaties in. Anderzijds gebeurt het wel meer dat patiënten moeilijk te overtuigen zijn om één van de andere soorten laserbehandelingen te laten uitvoeren ook al is deze behandeling medisch noodzakelijk zoals bij suikerziekte of bij gesloten hoek glaucoom. Ten onrechte denkt men dat ook deze andere soorten laserbehandelingen niet noodzakelijk zijn en niet terugbetaald en dus duur zijn. Dit laatste is niet geval, want alle laserbehandelingen, met uitzondering van deze in de refractieve chirurgie, worden door het RIZIV terugbetaald.

Zoals het gemeengoed geworden is wordt onder het hoofdstuk refractieve chirurgie, de laserbehandelingen besproken en meer in het bijzonder, de excimerlaserbehandelingen en de femtosecondelaserbehandelingen.